Meten is weten: hoe kies je de juiste maat?

De maten van zelfgemaakte kleding zijn anders dan die van kleding uit de winkel. Voordat je begint met het maken van een kledingstuk, is het dus heel belangrijk om jezelf te meten en de juiste maat te bepalen. Dit doe je aan de hand van de maattabel; deze vind je op de achterkant van de patroonenvelop, maar ook op de webshop. 

Wat heb je nodig?

Eigenlijk maar 1 ding: een meetlint!

Hoe meet je jezelf op?

Laten we beginnen met meten! Zorg dat je geen dikke kleding aan hebt, je kunt dit eigenlijk het beste in je ondergoed doen. Draag een BH die je ook van plan bent bij het uiteindelijke kledingstuk te dragen; verschillende BH’s kunnen namelijk je maat aanzienlijk veranderen. Als je het meetlint om jezelf heen wikkelt, zorg dan dat het lint overal op je lijf aansluit, maar het mag niet te strak zitten. Sta rechtop, en probeer om niet stiekem je buik in te trekken of je adem in te houden. Onthoud: het kledingstuk moet straks op jou passen, dus je wilt je eigen maat zo goed mogelijk weten!

Je meet op drie plekken: borst, taille, en heupen. 

Borst

Leg het meetlint om het volste gedeelte van je buste, dat is meestal ter hoogte van je tepels. Zorg dat het meetlint netjes horizontaal zit, doe dit dus in de buurt van een spiegel zodat je rondom kunt checken of het meetlint niet ergens te laag of te hoog zit. 

Taille

Je wilt je natuurlijke taille opmeten, die is niet bij iedereen even duidelijk te vinden. Buig daarom opzij, en vind het buigpunt. Dit is waar je taille zit!

Heupen

Voor het meten van je heupomtrek wil je rondom het volste gedeelte van je heupen meten. Kijk goed waar het volste gedeelte zit; het verschilt van persoon tot persoon of dit het best zichtbaar is als je recht van voren in de spiegel kijkt, of juist van de zijkant. Let er bij het meten ook hier weer goed op dat je meetlint netjes horizontaal zit. 

Nu je je eigen maten hebt gevonden, pak je de tabel met ‘Patroonmaten’ erbij. Omcirkel de getallen die het dichtst bij jouw maten in de buurt liggen. Bij twijfel: kies iets groter, je kunt een kledingstuk altijd nog een beetje innemen. 

Nu kan het zo zijn dat je voor borst, taille en heupen in andere maten valt. Dit betekent dat je het patroon een beetje moet aanpassen. Het wisselt een beetje per patroon hoe je dit moet doen, maar in het algemeen voer je de volgende stappen uit:

Stap 1: Bekijk het patroon en vind uit waar het borst-, taille- en heuppunt zich bevinden. Op het patroon in de foto hieronder zijn deze punten aangegeven met een streepje (‘bust notch’, ‘waist notch’ en ‘hip notch’), maar dat is niet altijd het geval. Vuistregel: het borst- en heuppunt bevinden zich op het breedste deel van het corresponderende patroondeel, en het taillepunt op het smalste deel.

Stap 2: Vind de lijn die bij jouw maat hoort in het borstpunt. Trek nu een rechte lijn vanaf deze maat, naar jouw maat in het taillepunt. Doe hetzelfde voor het taillepunt naar het heuppunt. Zorg dat de lijnen mooi in elkaar overvloeien. 

Stap 3: Doe dit voor alle patroondelen waarop dit van toepassing is.

Klaar! Je kunt het patroon nu overnemen op de stof. Hoe je dat doet, vind je hier.