Spiekbriefje voor beginners
Begin je aan je eerste naaiproject, en duizelen alle nieuwe termen je een beetje? Begrijp je nog steeds niet helemaal wat naadtoeslag is, hoe je een naad moet afwerken en wat nou het verschil is tussen platstikken en doorstikken? Geen punt, met dit spiekbriefje bij de hand komt het vast goed!
Steken:
-
Normale, rechte steek, met een steeklengte van 2-2.5 mm.
-
Rijgsteek, met een steeklengte van 4 mm. Dit gebruik je om patroondelen tijdelijk aan elkaar te zitten, maar door de lange steek kun je dit stiksel eenvoudig weer verwijderen.
-
Zigzagsteek, deze gebruik je o.a. voor stretchstoffen.
Naadtoeslag:
Op de plaat van je naaimachine zitten verschillende linialen; de getallen daarbij geven aan hoeveel centimeter er tussen de betreffende liniaal en de naald zit. Wil je een naadtoeslag van 15 mm aanhouden, dan leg je de rand van de stof langs de 15 mm liniaal terwijl je stikt.
Afwerken:
Om rafelen van de stof in je kledingstuk te voorkomen, werken we de binnenkant van de naden altijd af. Dit kan met een kartelschaar (1), of door met een zigzagsteek precies langs de rand te stikken (2). Als je een lockmachine hebt, dan kun je deze gebruiken (3).
Strijken:
Strijk elke naad na het stikken, eerst aan de verkeerde kant van de stof, dan aan de goede. Als je beide randen apart van elkaar hebt afgewerkt strijk je de naadtoeslag open (1), en als je de randen samen hebt afgewerkt strijk je ze samen naar één kant (2)..
Naden uitdunnen:
Soms moet je de naadtoeslag na het naaien afknippen, zodat deze nog half zo breed is. Zo voorkom je hele dikke, lompe naden.
Platstikken en doorstikken:
Platstikken: iets vastnaaien aan de naadtoeslag (zie foto hierboven). Datgene wat je plat stikt, blijft netjes aan de binnenkant zitten (bijvoorbeeld halsbeleg, of de binnenkant van een zak). Het stiksel is niet aan de buitenkant te zien.
Doorstikken: je stikt dwars door alle lagen heen, vanaf de goede kant van de stof, waardoor de steken aan de buitenkant van het kledingstuk zichtbaar zijn. Hieronder zie je links een voorbeeld van doorstikken, en rechts een voorbeeld van platstikken.
In de ronding knippen:
Als je een ronde naad naar de goede kant vouwt, heeft hij grote moeite om netjes plat te liggen. Dit gaat beter als je de naadtoeslag inknipt. Hiervoor maak je kleine knipjes in de naadtoeslag (eventueel kun je ook driehoekjes uit de naadtoeslag knippen), loodrecht in de onafgewerkte randen, (bijna) tot aan het stiksel.